Hoe wilde kruiden herkennen en gebruiken?

Hoe wilde kruiden herkennen en gebruiken?

Kruiden herkennen en in dankbaarheid leren van kruidenier*ster*s

Kruidenvrouw Amber en ik blikken dankbaar terug op onze kruidenwandelingen einde maart begin april in Bierbeek. Nieuwgierig, vol verwondering en met groeiend respect voor wat leeft aan onze voeten, verkenden we de boeiende flora in de omgeving van Sint-Kamillus en de Herpendalvallei. Het doel van deze #andereschoenen workshop? Vooral de heel ‘gewone’ kruiden herkennen, begrijpen en verantwoord leren gebruiken.

Moviganta-hoe-wilde-kruiden-herkennen-en-gebruiken

Was ist das Schwerste von allem?
Was dir das Leichteste dünkt:
mit den Augen zu sehen,
was vor den Augen dir ligt.

– Johan Wolfgang von Goethe

Wat is het moeilijkste van alles?
Wat jou het gemakkelijkste lijkt:
met je ogen zien
wat recht voor je ligt.
- Johan Wolfgang von Goethe

Deze woorden van Goethe vormden het uitgangspunt van onze wandeling. Want wie kijkt er nu nog met open aandacht naar wat recht voor ons groeit?

In verbondenheid met het landschap

Kruidenier*ster*s van vroeger leefden in diepe verbondenheid met hun omgeving. Doordat ze zo vertrouwd waren met hun leefwereld, zagen ze wat groeide langs de rand van het pad, aan de voet van een boom, op warme, droge of juist vochtige plekken. Ze wisten welk kruid voedde, verzachtte, de levensenergie aanwakkerde of de geest tot rust bracht. Hun botanische kennis kwam niet uit wetenschappelijke handboeken, maar uit ervaring, intuïtie en mondelinge overlevering. Een weten dat doorleefd en betrouwbaar was. En tot op vandaag relevant is.

Zorgzaam aanwezig zijn

Onze kruidenwandeling was dan ook geen wetenschappelijke excursie, noch een normale wildplukwandeling, maar veeleer een oefening in respect. Ze was een uitnodiging om te vertragen, om aandachtig te kijken, ruiken, proeven en luisteren. Tegelijk oefenden we ons in samen weten. Dat herinnerde ons aan de kracht van eenvoud en bescheidenheid. Kruidenvrouwen (en -mannen) plukten niet meer dan nodig en werkten meestal in de luwte van hun gemeenschap. Hun kennis deelden ze in vertrouwen en hun zorg boden ze daar waar die het meest nodig was: bij geboorte, ziekte en dood.

Kruiden herkennen geen nostalgie, maar bewustwording

Wandelen in hun voetsporen bleek geen nostalgische oefening. We leerden als het ware opnieuw waarnemen. Wilde kruiden herkennen vergt acht en scherpe zintuigen. Wat we onderweg tegenkwamen, hing dus niet alleen af van de plek en het moment, maar vooral van hoe we naar de omgeving keken.

Net zoals vorig jaar ontdekten we opnieuw een rijk palet aan wilde planten. Sommige kenden we nog, andere kruisten dit jaar voor het eerst ons pad. Elke plant, hoe klein ook, bleek een stille uitnodiging tot verwondering – om met nieuwe ogen naar de omgeving te kijken en haar ware waarde te zien.

Kruiden herkennen met de plantenlijst editie 2025

We verzamelen we hieronder alle planten die we samen leerden kennen – als bescheiden geheugensteuntje om je kruidenkennis te verdiepen, te herhalen en, wie weet, ooit zelf door te geven.

  • Akkerpaardestaart (Equisetum arvense)
    Deze oeroude plant bevat veel kiezelzuur en is vochtafdrijvend, bloedstelpend en immuunversterkend. Reeds de Romeinen kenden ze als groente. Alle plantendelen zijn eetbaar, maar de jonge, bladgroenloze sporenkolven smaken het meest delicaat. Lekker in soepen, salades, ei- of melkgerechten. Niet te verwarren met de giftige moeras-, bos- of reuzenpaardenstaart. Een tip: in tegenstelling tot de giftige soorten groeit akkerpaardenstaart enkel op zonnige plekken.
  • Duizendblad (Achillea millefolium)
    Bekend om zijn wondhelende en bloedstelpende werking. De jonge blaadjes zijn eetbaar, aromatisch en licht bitter.
  • Distel (Cirsium/Carduus sp.)
    Vaak verguisd, maar ecologisch waardevol. Belangrijke nectarplanten voor bijen, hommels en vlinders. Stekelige bladeren bieden bescherming tegen vraat. Distels groeien op verstoorde grond en verrijken het bodemleven.
  • Gewone bereklauw (Heracleum sphondylium)
    Inheemse robuuste schermbloem, waarvan vooral de jonge scheuten eetbaar zijn. Let wel, bij contact met het sap en zonlicht kunnen huidreacties ontstaan. Ook niet te verwarren met de reuzenbereklauw, waarvan het sap brandblaren veroorzaakt.
  • Gewone brem (Cytisus scoparius)
    Verspreidt zich krachtig op schrale gronden. Van de twijgen werden bezems gemaakt. De vezels werden ook gebruikt als vervanger van jute. Bevat het giftige sparteïne. Niet eetbaar dus, wordt wel in de fythotherapie gebruikt bij hartzwakte.
  • Gewone Vlier (Sambucus nigra)
    Bekend van vlierbloesemsiroop en vlierbessen. Alleen de bloemen (rauw) en rijpe bessen (gekookt) zijn eetbaar, de rest van de plant is giftig.
  • Klaver (Trifolium sp.)
    Vaak gebruikt als weidekruid en bodemverbeteraar. Trekt bijen en hommels aan met nectar. Hoewel jonge blaadjes en bloemhoofdjes eetbaar lijken, raden we consumptie toch af. Rode klaver bevat isoflavonen en coumarines en is mogelijk schadelijk bij verkeerd gebruik. Witte klaver bevat de gifstof blauwzuur – een afweerstof tegen rupsen.
  • Melde (Atriplex sp.)
    Een vergeten groente, familie van de spinazie. De jonge blaadjes kunnen rauw of gekookt gegeten worden.
  • Sleedoorn (Prunus spinosa)
    Hardhoutige struik die vroeg in het voorjaar bloeit, nog vóór het blad verschijnt. Haar vruchten smaken eerst wrang, maar na de vorst bruikbaar voor jam, sap of likeur.
  • Stinkende gouwe (Chelidonium majus)
    Herkenbaar aan zijn oranje melksap. Traditioneel gebruikt bij wratten, maar opletten: licht giftig bij inwendig gebruik.
  • Ridderzuring (Rumex obtusifolius)
    Deze grote zuringsoort komt vaak op vochtige, verstoorde en voedselrijke bodems voor. In landbouwgebied duidt ze op bodemverdichting. Haar brede bladeren zijn licht giftig. Bijgevolg hooguit jong en in kleine hoeveelheden eetbaar.
  • Vingerhelmbloem (Corydalis solida)
    Voorjaarsbloeier uit de papaverfamilie, die op humusrijke, kalkhoudende bodem groeit. Ze is verwant aan Aziatische soorten die in de traditionele Chinese geneeskunde als pijnstiller worden gebruikt. Inheemse soorten zijn echter licht toxisch en worden hier niet medicinaal toegepast.
  • Wilde bieslook (Allium schoenoprasum)
    Aromatische plant met zachte lookgeur. Ze is verwant aan bolgewassen als ui, prei, daslook en knoflook. Zowel stengels als bloemen zijn eetbaar.

Deze lijst vormt een aanvulling op de NASLAGGIDS VAN 2024.

Wil je zelf aan de slag met wildplukken?

Lees dan eerst onze #andereschoenen wildpluk tips & tricks

Wildplukken is geen aanspraak, maar een voorrecht.
Kruiden herkennen is een uitnodiging tot verbinding. Wildplukken doe je met verwondering, dankbaarheid, nederigheid, respect en zuinigheid.

  1. Kijk uit waar je plukt.
    Er is al zo weinig natuur. In bos- en natuurgebied is wildplukken daarom terecht verboden. Langs de openbare weg mag het wel, maar vermijd vervuilde plekken zoals bermen langs drukke wegen, besproeide akkers of hondenuitlaatplaatsen. Begin liever in je eigen tuin. Spoel sowieso altijd grondig af voor gebruik.
  2. Kijk uit welke planten je plukt en hoeveel.
    Pluk nooit planten die zeldzaam zijn of weinig voorkomen. Wees matig, denk aan de biodiversiteit en laat altijd genoeg over voor bijen, vogels, insecten en andere plantenliefhebbers.
  3. Neem geen risico.
    Wees 100% zeker van wat je plukt. Twijfel je? Laat de plant dan staan. Wilde kruiden herkennen en gebruiken vraagt om kennis, geduld en ervaring.
  4. Doseer je gebruik en kuur nooit doorlopend.
    Gebruik kruiden maximaal twee weken na elkaar. Daarna neem je minstens een week pauze. Zo vermijd je overbelasting, gewenning en mogelijke bijwerkingen. Sommige kruiden bevatten actieve stoffen die zich kunnen opstapelen. Afwisseling en dosering blijven dus belangrijk.

Herpendalvallei met zicht op Sint-Kamillus

Wildplukken begint niet bij het grijpen, maar bij het begrijpen – van de taal en de wijsheid van moeder natuur.

Een reactie achterlaten

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *